Over de locatie

Amsterdam als centrum van de diamanthandel

De Diamantbeurs werd in 1910-1911 gebouwd naar ontwerp van architect G. van Arkel in opdracht van de Vereeniging Beurs voor den Diamanthandel. Het bouwwerk, welke tot aan de Tweede Wereldoorlog het centrum vormde van de internationale diamantindustrie, wordt gezien als een bekroning van de bloeiperiode die inmiddels kan worden omschreven als de tweede Gouden Eeuw voor Amsterdam.

Over het bouwwerk

Het eigenzinnige ontwerp en iconografie van het bouwwerk

Van Arkel wist dit te vertalen naar de iconografie van het bouwwerk met een zeer eigenzinnig ontwerp. Een strakke ritmische opbouw, wat het bouwwerk modern en zakelijk maakt, gecombineerd met een zeer verfijnde decoraties en details, zorgt ervoor dat het pand ook een klassieke allure heeft. In 2001 wordt het bouwwerk om zijn cultuur, architectuur- en sociaalhistorische waarde erkend als rijksmonument van de eerste orde.

Echter stond het bouwwerk er in diezelfde tijd niet goed voor. Na verschillende wijzigingen, een brand en enkele minder geslaagde verbouwingen was van de allure en de compositie van het oorspronkelijke monument weinig over. Het pand was afgevlakt, de bovenste geleding was volledig verdwenen en de eens zo fraaie en doordachte vormentaal werd teniet gedaan door monotone hortdroge opbouw.

Zadelhoff & Sijthoff, de nieuwe eigenaren van de Diamantbeurs, zagen een nieuwe rol weggelegd voor het bijzondere bouwwerk: de Diamantbeurs als centrum voor de creatieve industrie en informatietechnologie. Om die rol te kunnen vervullen was een ingrijpende renovatie nodig, naar ontwerp van ZJA Zwarts & Jansma Architecten.

Over de restauratie

Reconstructie van de oorspronkelijke vormentaal

Waarbij de reconstructie van de oorspronkelijke vormentaal en de detaillering van de bekroning van de Diamantbeurs centraal staat, met zeer zwaar uitgevoerde waterlijsten, kroonstukken, frontons, spekbanden en overige versieringen, die deels de diamantindustrie in gedachten roepen. Voor de reconstructie is het tekenwerk verricht door Braaksma & Roos Architectenbureau.

In ere hersteld

Voor de natuurstenen delen, waar oorspronkelijk Belgisch Hardsteen was toegepast, is uitgeweken naar de alternatieve steensoort Peperino Duro. Na diverse optimalisatierondes is deze steensoort overgebleven als meest geschikt alternatief. Naast het feit dat Peperino Duro door zijn vulkanische oorsprong nagenoeg geen verwering kent en al helemaal geen technisch verval, zijn met name de kleur en de kleurvastheid van het materiaal van doorslaggevend belang gebleken; indien de delen uitgevoerd zouden zijn in nieuw Belgisch Hardsteen zou er een enorm kleurverschil zijn ontstaan tussen oude, donkere, en nieuwe, zeer lichte, delen. Hierdoor zal het verschil tussen oud en nieuw in de steenachtige materialen te zeer worden benadrukt, daarmee de aandacht afnemende van het beoogde contrast in vormgeving tussen nieuwe koepeltoren en de oorspronkelijke gevellijn, is in nauw overleg met betrokken diensten en partijen uitgeweken naar deze alternatieve steensoort.

Het project in beeld

Gerelateerd

Behoud en onderhoud – Zonder onderhoud geen behoud

Naast dat iedere veertig tot vijftig jaar een grotere restauratie nodig is om een bouwwerk van natuursteen in stand te…

Toepassing – Natuursteen als bouwmateriaal

Zonder dat Nederland, met uitzondering van Zuid-Limburg en het uiterste Oosten van het land beschikt over bruikbare bouwnatuurstenen uit eigen…

Restauratie – Het belang van restauratie

Continue blootstelling aan weersomstandigheden als wind, regen, vrieskou en warmte, tasten over het algemeen de levensduur van de toegepaste bouwstoffen…